02.12.16
Omgevingswet
De invoering van de wet kent vooral digitale en sociale uitdagingen
Begin december heeft de ConsulTable zich verdiept in de nieuwe Omgevingswet die in 2019 in werking treedt. De invoering van de nieuwe Omgevingswet is de grootste wetgevingsopgave van de laatste eeuw. De nieuwe wet bestaat uit de integratie van 26 wetten en de bijbehorende AMvB’s worden van 120 naar 4 teruggebracht.
Door Annoesjka Nienhuis en Thea Klumper
De leden van de ConsulTable zien de nieuwe wet niet als doel op zich, maar als een kans om de openbare ruimte verder te verduurzamen door vooral digitale en sociale innovatie. De grootste uitdagingen die we zien voor het verwezenlijken van de kansen die de wet biedt, zijn namelijk:
- een nieuwe manier van werken aanleren
- digitalisering van alle beschikbare informatie (er wordt gewerkt aan het DSO = Digitale Stelsel Omgevingswet = 1 informatiestroom)
Dilemma’s van straks zijn dilemma’s van nu
De wet biedt meer ruimte voor lokale ambities en lokale oplossingen. De wet is daarmee een reactie op ontwikkelingen in de samenleving die nu al gaande zijn en hoe daarmee om te gaan. Dus de dilemma's van nu, zijn ook de dilemma's van straks:
- Er zijn straks minder vergunningen nodig en dat leidt automatisch tot meer toezicht en handhaving om te bewaken dat iemand niet teveel ruimte pakt. Die handhaving schiet vaak nu al tekort, dus hoe gaan we dat oplossen?
- Goede basisbescherming:
- Bij de beleidsvelden energie en gezondheid heb je straks geen stok meer achter de deur vanuit de wet. We zien in de huidige samenleving dat de stok voor grote groepen nodig is en een handvol mensen wel pro-actief op de wet vooruit loopt. Leidt dit bij de invoering van de wet misschien tot een tijdelijke verslechtering van de milieu- en gezondheidsaspecten in de gebouwde omgeving? Of zal het beter worden omdat je ineens makkelijker lokale oplossingen kan invoeren zonder gehinderd te worden door knellende veralgemeniseerde milieu- en gezondheidsregeltjes?
- Participatie wordt onder de Omgevingswet verplicht in planprocedures, maar wel vormvrij. Ongeveer 30% van de burgers doet aan participatie, mantelzorg etc. Dus 70% van je bewoners niet. Hoe zorg je dat de belangen van die 70% goed beschermd blijven? Hoe bereik je binnen die 70% de unusual suspects? Dat is nu ook al een groot dilemma.
- De procesmanagent zwaarte aan de voorkant van het proces wordt onderschat. De juridische procedures worden dan wel een stuk korter dan nu het geval is, maar het proces daarvoor wordt nog veel belangrijker en zwaarder. Daar lopen we nu ook al tegenaan.
- Om flexibel en snel te kunnen schakelen in een lokale gebiedsontwikkeling opgave, wil je dat alle informatie die er is met 1 druk op de knop tevoorschijn komt. We zien echter bij veel organisaties dat de digitale vaardigheden van een groot deel van de medewerkers achterblijft. Om data uit verschillende sectoren te combineren, vraagt dat van de medewerkers goede samenwerkingsvaardigheden met mensen die andere kennis hebben en een andere taal spreken. In de bouwsector zijn deze vaardigheden schaars. Hebben we dat ingehaald voor 2019? Lees meer hierover in onze blog ‘De civiele data ingenieur’.
Bovenstaande dilemma’s pleiten ervoor om nu al na te denken of je huidige projecten ‘Omgevingswet-proof’ zijn en om problemen binnen die projecten in de geest van de Omgevingswet op te pakken. Het veranderen van de manier van werken vergt immers veel tijd en die oefentijd heb je nu. Met het bijkomende voordeel dat je nu nog invloed op de definitieve wet kunt uitoefenen bijv. via De Bouwcampus.