De nieuwe werkwijze van Rotterdam en Amsterdam
De complexe transitieopgaven in de openbare ruimte vragen om een nieuwe manier van werken. Het is hard nodig om de ondergrond en bovengrond integraal te ontwerpen.
Gemeente Rotterdam doet sinds 2018 praktijkervaring op met integraal ontwerpen. En gemeente Amsterdam ontwikkelde de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte. Waarom is het zo belangrijk om de openbare ruimte integraal te ontwerpen? En wat maakt deze werkwijze zo moeilijk? Beide gemeenten delen hun ervaringen.
We gaan eerst naar Rotterdam voor een praktijkvoorbeeld in de energietransitie. “Een beleid formuleren is belangrijk, maar in sommige gebieden kun je niet wachten totdat het beleid is afgetikt. Dat was in mijn gebied het geval”, vertelt Anne-Marie Verheijen, programmamanager Aardgasvrij bij de afdeling Stadsontwikkeling Duurzaamheid van gemeente Rotterdam.
“In 2018 kreeg ik de opgave om het gebied Bospolder-Tussendijken aardgasvrij te maken. In de grond lag al van alles, daar moest het warmtenet als alternatief voor het aardgas nog bij. Ik moest zorgen voor een goede gebiedsbusinesscase en voor sociaal-maatschappelijke meerwaarde. Maar ik had meteen in de gaten dat het óók belangrijk was om in beeld te brengen wáár in de ondergrond dat warmtenet moest komen te liggen, mét behoud van toekomstige bovengrondse opgaven. Daarom heb ik meteen contact gezocht met 4 andere afdelingen van onze gemeente die in dit gebied werken: Stadsontwikkeling Landschap, Stadsontwikkeling Ingenieursbureau, Stadsbeheer Stedelijk water en leidingenbureau en Stadsbeheer Gebied. Ook heb ik de warmteleverancier en de woningcorporatie laten aanhaken. Al die mensen heb ik bereid gevonden om dit samen in beeld te brengen.”
“In Bospolder-Tussendijken moest bovengronds een goede boomstructuur komen en de verdeelstations wilden we niet in de openbare ruimte plaatsen. Eerst hebben we met alle interne en externe partijen per straat in beeld gebracht wat er al in de ondergrond lag. Vervolgens hebben we de ruimtelijke ambitie getekend. Uit die exercitie rolde vervolgens een oplossingsrichting waar het warmtenet moest komen liggen. Zodat we genoeg ruimte overhouden voor de boomstructuur.”
“Als je bovengrondse opgaven niet meteen meeneemt in de gebiedsaanpak aardgasvrij, ben je te laat. Dan bestelt de warmteleverancier zodra de gebiedsbusinesscase rond is materialen en start de warmteleverancier zo snel mogelijk met de werkzaamheden, terwijl jij je ruimtelijke inpassing niet op tijd gereed hebt. Als we dit niet zo hadden gedaan, hadden we straks wel een warmtenet liggen, maar konden we geen boom meer planten en stonden er 5 verdeelstations in de openbare ruimte in plantsoenen en naast speeltuintjes die veel ruimte innemen.”
“In de praktijk is het niet zo moeilijk gebleken. We hebben in elke straat de ondergrond zo weten te ontwerpen, dat bestaande bomen blijven staan en dat er later nieuwe bomen bij komen. Door vanaf dag 1 gezamenlijk naar dit vraagstuk te kijken, is het gelukt om in de ondergrond ruimte te reserveren voor boomwortels. Ook hebben we samen met de corporatie inpandige locaties voor de verdeelstations gevonden. Eigenlijk waren we vooraf overtuigd dat het in een oude stadswijk niet mogelijk zou zijn om ruimtelijke ambities bij een energietransitie overeind te houden. Maar in Bospolder-Tussendijken hebben we laten zien dat integraal ontwerpen te doen is.”
“Dat je vanaf dag 1 integraal werkt. Dat iedereen bereid is om het vakgebied of de standpunten van de ander te begrijpen. En dat je met elkaar de oplossing zoekt en gedeeld eigenaarschap voelt. Soms moet je een stap naar de ander maken of een grens respecteren. Je moet samen tot het gemeenschappelijke komen. Ook vraagt deze werkwijze een goede regiehouder die al die afwegingen met elkaar maakt en indien nodig escaleert naar een hogere laag in de organisatie. Dat was mijn rol.”
“In de transitieopgaven zijn twee verschillende snelheden te zien. Er zijn grote transities die vragen om stedelijk beleid. En er is de realiteit waarin nú al actie nodig is. Waarin we al gaan doen voordat de nieuwe beleidsstukken er zijn, zoals in Bospolder-Tussendijken. De uitdaging is om die twee werelden bij elkaar te brengen en goed ingebed in de gemeentelijke structuren. Het grote vraagstuk voor mij is: Hoe regelen we de governance hiervan?”
Een voorbeeld van een grote transitieopgave waarvoor een nieuwe werkwijze is ontwikkeld, komt uit de gemeente Amsterdam. Hoofdontwerper Joyce van den Berg vertelt:
“Wij hebben in 2020 de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte (IOOR) ontwikkeld. In deze methode gaan publieke en private partijen in een vroeg stadium om tafel om ondergrondse ruimte te reserveren voor verschillende functies. Het doel is dat alle toekomstige claims op de ondergrond een goede plek krijgen, zonder dat de kwaliteit van de openbare ruimte of bebouwing achteruit gaat.”
“Amsterdam staat voor veel complexe opgaven: Klimaatadaptatie en energietransitie. Digitalisering van de samenleving en verdichting van de stad, waardoor steeds meer elektra- en datakabels nodig zijn… Aan al deze opgaven wordt nu separaat gewerkt, maar dat is niet efficiënt. Daardoor ontstaat veel overlast. Straten moeten bijvoorbeeld vijf tot zes keer apart worden opengebroken. Ook moeten we in de toekomst met minder mensen meer werk doen. Bovendien worden transitieopgaven steeds urgenter. Het is niet slim om te blijven werken zoals we dat nu los van elkaar doen.”
“Dit betekent dat we op een andere manier ruimtelijke inpassingen moeten maken. Integraal ontwerpen is een vereiste om de wet- en regelgeving te halen. Als je volgens het oude systeem je werk doet, kom je er niet. Dan krijg je voorstellen die niet worden goedgekeurd door bepaalde commissies.”
“Je loopt tegen weerstand aan. Mensen hebben moeite met veranderen. Daarom is het belangrijk om ze te activeren en draagvlak te creëren. Wij hebben een leergang opgezet. Daarin zitten elementen als co-mentorschap, feedback en gedrag. Het is heel leuk om te zien hoe deelnemers reageren. Je gaat het gesprek over het technisch uitvoeren en beheren van de openbare ruimte heel anders voeren en dan kom je gezamenlijk tot een andere oplossing. De houding van de deelnemers verandert. Ze gaan denken: ‘Als ik zo ga werken, ontstaat er juist lucht.’ Behalve dat integraal ontwerpen hard nodig is, heeft het ook voordelen. We gaan de doelstellingen eerder behalen. We kunnen kosten vermijden en de kwaliteit van de openbare ruimte verhogen.”
“Innovatie. Je moet niet de bestaande werkwijze optimaliseren, dat is onmogelijk. Je moet het bestaande systeem juist loslaten en iets nieuws opbouwen. Anders komen we nooit tot een verandering. Dit vraagt ook om een ander soort leiderschap en een andere visie. Het gaat niet van de ene op de andere dag. Medewerkers moeten de oude werkwijze willen en kunnen loslaten en het nieuwe omarmen. Er is tijd nodig om te groeien en ruimte om fouten te durven maken. Het is niet fair om een pilotproject te vergelijken met een bestaand project. Je moet bereid zijn om er tijd in te stoppen. Doen we dat niet, dan gaan we gigantisch over de kop: We hebben te weinig capaciteit en kunnen niet meer voldoen aan de wet- en regelgeving.”
“Bij grote organisaties zoals de gemeenten Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam vraagt het om grote veranderingen. Ik verwacht dat de verandering sneller gaat bij middelgrote gemeenten, omdat de lijnen daar korter zijn. Zij kunnen tempo maken. Middelgrote gemeenten kunnen het verschil gaan maken en de grote vier kunnen van hen leren.”
“Richt je eerst op de early adaptors binnen en aan de randen van je organisatie. Zij komen met ideeën. Deze groep bestaat meestal uit 10% van de medewerkers. Richt je daarna op de 30% die vrij snel meegaat. Overstappen naar de integrale ontwerpmethode is niet eenvoudig, maar het helpt om je eerst op deze 40% te richten. De volgende 30% gaat mee wanneer een directeur inziet dat dit wel nodig is om de doelstellingen te behalen en zegt: ‘Zo gaan we vanaf nu werken’. De resterende 30% kun je beste links laten liggen, zij gaan toch niet mee.”
Heb je vragen over de gebiedsaanpak Bospolder-Tussendijken? Neem dan contact met Anne-Marie Verheijen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Heb je hierna nog vragen? Neem dan contact met Joyce van den Berg viaDit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Wilt u op de hoogte gehouden worden zodra er een nieuw artikel op de website verschijnt? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.